Tiny houses hebben de toekomst!?
Steeds vaker horen we over de relatief nieuwe woonvorm: tiny house. Zeker ook door de krapte op de woningmarkt zijn tiny houses steeds populairder aan het worden. Dit omdat ze eenvoudig te plaatsen (en te verwijderen) zijn, op locaties geplaatst kunnen worden waar normale woningen onvoldoende ruimte hebben én omdat deze betaalbaar zijn in vergelijking met een reguliere koopwoning. Ook hebben mensen met een tiny house meer vrijheid en hebben deze woningen een ‘tijdelijk karakter’
Een tiny house is een kleine woning, van meestal maximaal 50 vierkante meter. Ondanks het tijdelijke karakter is de woning wel bedoeld voor permanente bewoning. Een tiny house wordt op een locatie gerealiseerd en is veelal bedoeld om voor een bepaalde tijd (vaak maximaal 10 jaar) te blijven staan. Een tiny house lijkt dus een makkelijke oplossing voor het woningprobleem in Nederland, maar is dit (juridisch gezien) wel écht zo makkelijk?
Voorwaarden voor het bouwen van een tiny house
Een tiny house kan vanzelfsprekend niet zomaar op elke locatie gerealiseerd worden. Hiervoor moet eerst aan allerlei wet- en regelgeving worden voldaan. Om een tiny house te kunnen realiseren is er een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk nodig. In sommige gevallen moet er worden afgeweken van het bestemmingsplan met een omgevingsvergunning of zal er een geheel nieuw bestemmingsplan moeten worden opgesteld.
Tevens geldt dat er moet worden voldaan aan de eisen uit het Bouwbesluit 2012. Daarin zijn regels voor onder andere veiligheid, bruikbaarheid en bescherming van het milieu opgenomen voor bouwwerken. Voor tiny houses kan het lastig zijn om aan al deze eisen te voldoen, zoals de grootte van de badkamer, of de steilheid van een trap. Gelukkig is in het Bouwbesluit een zogenoemde 'Gelijkwaardigheidsbepaling' opgenomen. Daarin is opgenomen dat, indien je kunt beargumenteren dat je toch aan de uitgangspunten voldoet, er niet aan de specifieke eisen voldaan hoeft te worden. Bijvoorbeeld: als de veiligheid gewaarborgd kan worden, mag de trap ook wel wat steiler zijn. Dit moet wel altijd nader worden onderbouwd.
In strijd met het bestemmingsplan?
Iedere gemeente beschikt over één of meerdere bestemmingsplannen. Daarin zijn de regels opgenomen die gelden voor het gebruik van de grond en de bouwwerken die zich daarop bevinden. Ten behoeve van de goede ruimtelijke ordening krijgt elk stuk grond in Nederland een zogenoemde bestemming.
Een tiny house is een woning. Daarom moet de bestemming van de grond ‘Wonen’ zijn. Als de betreffende locatie een andere bestemming heeft, bijvoorbeeld ‘agrarisch’ of ‘groen’, dan moet deze strijdigheid eerst worden opgeheven. In de praktijk komt dit regelmatig voor, omdat tiny houses, juist eenvoudig op locaties geplaatst kunnen worden waar normaliter geen woningen geplaatst kunnen worden.
Om te beoordelen of er sprake is van een goede ruimtelijke ordening, moet er gekeken worden of het plaatsen van de tiny house niet leidt tot een onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat.
Beleid
Voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor zowel het bouwen van een bouwwerk, als het afwijken van het bestemmingsplan, moet dus sprake zijn van een goede ruimtelijke ordening. Bij deze beoordeling is het van belang hoe de overheid hiermee omgaat.
Veel gemeenten hebben enkel in het woonbeleid geregeld dat er ruimte is voor tiny houses c.q. tijdelijke woonruimtes. Andere gemeenten hebben hier (nog) niets over geregeld en geen beleid voor. De overheid is over het algemeen wel voorstander van tiny houses, zolang het kleinschalige initiatieven zijn, en duurzaamheid mee wordt gewogen.